0499/83.80.55

Distillatie van de verschillende methodes : een typische eigen manier van werken

Jarenlange ervaring na en met verschillende opleidingen maken dat ik uiteindelijk op een heel eigen authentieke manier werk. De basis blijft osteopatisch, het holistische. De toegang en de manier gebeurt vooral vanuit de fasicatherapie en de finesse komt door de kennis uit de cranio-sacrale en het energetisch werk. Dit alles vanuit mijn ingesteldheid en intentie om de persoon op tafel zo volledig en zo diep mogelijk te raken.

Een behandeling start met een inleidend gesprek en nadien met een manuele behandeling op tafel. Ik maak gebruik van heel zachte, trage druk- en rektechnieken en contact met de interne beweging. Zo ‘luister” ik op die manier met mijn handen naar de toestand op drie grote domeinen:

Fysisch

 

Bij contactname met het lichaam, bijv. de nek, voelt de therapeut in hoeverre deze even vrij naar links als naar rechts kan bewegen. Hij voelt naar de tonus (spanningstoestand) van de spieren en checkt de mobiliteit van de wervels. Stel dat deze minder vlot naar links bewegen, dan gebruikt de therapeut zachte, aangepaste technieken om de verloren gegane bewegingsmogelijkheid naar links opnieuw te integreren.

Psycho-emotioneel

De “aard” van de beweging vertelt iets over de psycho-emotionele toestand van een persoon op dat moment. Bijv. de beweging kan chaotisch of ongestructureerd zijn. Ze kan aarzelend aanvoelen of net heel zelfzeker. Ook hier stelt de therapeut aan het lichaam van de patiënt de “verloren gegane” beweging opnieuw voor. Hij leert aan het lichaam van een chaotische persoon hoe het aanvoelt om ook gestructureerd te kunnen bewegen. Zo herwint het lichaam verloren gegane (of vergeten) capaciteiten en wordt de persoon opnieuw sterker en weerbaarder.

Energetisch

 

Via contactname met de interne beweging voelt de therapeut of er (voldoende) energie aanwezig is en of die energie goed geïncarneerd is of (rond)zweeft in het lichaam. Er bestaan technieken om de energie te helpen incarneren in de cellen i.p.v. ertussen te bewegen. Het diepgaande-spirituele wordt mee betrokken in de behandeling zonder mezelf erin te verliezen.
Op het einde van een behandeling is er tijd voor een “therapeutisch gesprek”. De patiënt vertelt wat hij wel of niet gevoeld heeft en de therapeut geeft aan de patiënt terug wat zijn/haar lichaam tijdens de behandeling duidelijk gemaakt heeft. Dit schept de mogelijkheid voor enkele nuttige inzichten. Meestal vindt het gesprek op het einde van de sessie plaats. Het is evengoed mogelijk dat er tijdens de behandeling spontaan een verbale uitwisseling aan bod komt. De aanleiding hiervoor kan vanuit de patiënt komen die iets wil vragen of zeggen of van de therapeut die iets opmerkelijks voelt.

Om een manuele behandeling op tafel optimaal te laten verlopen, wordt er aan de patiënt gevraagd om zich open en eerder nieuwsgierig op te stellen naar wat hij wel of niet voelt. Het resultaat is des te krachtiger bij een bewuste intentie om aanwezig te zijn bij zijn/haar lichaam in plaats van een dutje te doen terwijl de therapeut ondertussen het probleem maar moet trachten op te lossen.

Sommige mensen voelen quasi niets tijdens de behandeling terwijl anderen vanalles voelen. Het is mogelijk dat de persoon op tafel een ontspanning voelt, een warmte of een pijn die opkomt, een stroming, een emotie … dat kan lokaal zijn of op afstand. Soms ervaart een patiënt tijdens de eerste behandeling niet zoveel en daarna meer en meer.

Zelfs bij personen die weinig of niets voelen, kan het zijn dat ze na de behandeling (meteen ofwel iets later) reactie ondervinden. Het gebeurt dat er meerdere sessies nodig zijn alvorens er verandering of verbetering van de klacht duidelijk is, afhankelijk van het probleem en hoe de persoon ermee omgaat.

Naast de manuele behandeling op tafel is het voor sommige aandoeningen wenselijk om eveneens oefeningen in zit of stand te doen. Heel typisch aan de gevraagde beweging is dat deze heel langzaam, ontspannen en bewust uitgevoerd wordt. De oefeningen kunnen als doel hebben de vrijgekomen beweging te ondersteunen en te behouden. Op die manier worden de bewegingen opnieuw in het lichaamsbewustzijn geïntegreerd (bijv. bij rugklachten). Wanneer een gewricht (bijv. een knie) lokaal verbetert en herstelt is het zinvol om deze nadien opnieuw in de globale bewegingsketting van het lichaam te integreren.

De meeste mensen zijn eerder moe na een behandeling, sommigen al meteen en anderen in de loop van de dag (of avond) of zelfs daags nadien. Er kan meteen na de sessie al verbetering voelbaar zijn of pas na enkele behandelingen. In 10% à 20% van de gevallen is er eerst een verergering van de klacht, een soort reactiepijn, waarna er nadien beterschap komt. Alles hangt een beetje af zowel van de reden voor de behandeling als van de reactie van het lichaam van de patiënt op dat moment. Pas als er na 3 à 4 behandelingen echt geen verandering of beterschap merkbaar is, wordt de therapie in onderlinge afspraak stopgezet en gezocht naar andere oplossingen.